Historie van het Sint Janskerkhof

Het Sint Janskerkhof heeft een doorlopende geschiedenis van meer dan 1400 jaar. Over het ontstaan en de vroegste geschiedenis zijn er alleen maar veronderstellingen mogelijk, omdat betrouwbare bronnen meestal ontbreken. Zeker is dat er vanaf de oudste bronnen sprake is van een verering van de locatie van het kerkhof. Die verering duurt tot op heden voort.

Kerk en nederzetting bij het kerkhof
De veronderstelling is dat op de heuvel vanaf circa 600 tot het einde van de 15e eeuw een kleine nederzetting heeft bestaan. Tussen 700 en 750 heeft het christelijk geloof vaste voet in het Gooi gekregen. Aannemelijk is dat in die tijd of vlak daarna het eerste kerkje op deze plek gebouwd is. De meningen zijn verdeeld aan wie dit eerste kerkje toen toegewijd was, aan Sint Vitus of Sint Jan. Het gehele Gooi viel in de vroege middeleeuwen onder het gezag van de abdij van Elten die als patroonheilige Sint Vitus had. 

In 1085 krijgt het kapittel van Sint Jan in Utrecht gronden aan de zuidkant van het Gooi in bezit. Het kapittel heeft waarschijnlijk op of bij deze eigen gronden een kerk gesticht. Uit de latere stukken is op te maken dat dit de kerk op het Sint Janskerkhof is geweest. Dat kan de reden zijn dat de beschermheilige van de kerk Sint Jan of Johannes de Doper is. 

Het kan ook zijn dat de kapel is opgericht kort na de machtsovername in 719 door de Franken. Zij beleden en verspreidden het Christendom en hebben mogelijk om die reden de doopkapel vernoemd naar Johannes de Doper.

Bij de reformatie worden rond 1580 de kerken, kerk- en armengoederen van de katholieken afgenomen. Kerkdiensten worden verboden, zo ook die in de kerk op het Sint Janskerkhof. 

De kerk wordt nog datzelfde jaar afgebroken maar ook daarna blijven de katholieken een grote eerbied houden voor het kerkhof. Men blijft geloven dat daar verscheidene mirakelen zijn gebeurd. De plek blijft in gebruik als bedevaartplaats en begraafplaats.

Legenden
Over het kerkhof bestaan enkele legenden. Lambertus Hortenius tekent de oudste op die vertelt van de gruwelijke moord op drie zusjes op de plaats waar het kerkhof is gesticht en waar hun lijken zijn gevonden.

Een andere legende (18e eeuwse versie) is de volgende: als een monnik in het jaar 893 terugkeert uit het Heilige Land, heeft hij een bijzonder waardevolle schat bij zich. In zijn zilveren draagkistje zitten stukjes van de beenderen van Johannes de Doper. Als de monnik bij Laren verdwaalt, wordt hij beroofd en vermoord op de heuvel van het huidige kerkhof.

De rovers begraven het lijk en gooien de beenderen weg. Het zilveren kistje vonden de rovers waardevoller dan de inhoud. Schapen vonden de botjes en bleven als versteend staan, terwijl ook de botjes niet los waren te wrikken.

Pas toen de pastoor de H. Mis opdroeg,  lieten ze los. Nadat een paar dagen later ook het lijk van de pelgrim was gevonden op de heuvel, wordt het kerkhof gesticht.

P.J. Margry, ‘Larense mythologie en de vroege Sint-Janscultus’, in: L. Janssen, K. Loeff (red.), Getuigenis op straat, de Larense Sint-Janstraditie, Laren 2005.

Onderhoud
Rond het kerkje werden de doden begraven en zo ontstond het Sint Janskerkhof met afgebroken tufstenen kruis (1586).

Onderhoud