Nispen

6-8-1879. 11-3-1958

3-1-2-1 en 2 JHR. H.L.M. van NISPEN VAN SEVENAER

 

Burgemeester van Nispen van Sevenaerstraat
Jhr. H.L.M. van Nispen van Sevenaer (1879–1958) werd op 1 juni 1909 benoemd tot burgemeester van Laren N.H. Toen hij in 1947 eervol aftrad werd hij bedacht met de naar hem genoemde straatnaam. De oorspronkelijke naam van deze weg was tot 1906, Hilversumseweg. Daarna werd het door de komst van het tramstation veranderd in Stationsweg en in 1947 in de huidige straatnaam. Van Nispen hield van zijn dorp. Vooral zijn streven om het dorpsbeeld te bewaren door het in het leven roepen van een Welstandsbepaling- en Schoonheidscommissie, bleef er veel eigens bewaard, wat jammerlijk door zijn opvolger te niet is gedaan.

Ook zijn vaderlandsliefde uitte zich tijdens de Duitse terreurjaren en als verzetsman werd hij door de bezetter ontheven van zijn ambt en vervangen door de produitser de N.S.B.er A.W. Knipscheer, die tot 8 mei 1945 de ‘foute’ burgemeester bleef en veel onheil veroorzaakte. Van Nispen moest onderduiken, overleefde het en maakte na de bevrijding, gekleed in geallieerd uniform, een glorierijke intocht in zijn geliefd Laren. Geboren in Zevenaar overleed hij in Laren. Hij werd, begeleid door de Larense Verzetsmakkers, op het St. Janskerkhof ter aarde besteld. [uit: Laren door de straten heen, door Gerard Koekkoek]

 Burgemeester HLM jonkheer Van Nispen tot Sevenaer

Hubert Louis Marie van Nispen tot Sevenaer

https://data.niod.nl/WO2_biografieen/Hubert-Louis-Marie-van-Nispen-tot-Sevenaer

Hubert Louis Marie van Nispen tot Sevenaer (Zevenaar, 6 augustus 1879 - Arnhem, 11 maart 1958) was burgemeester van Laren en Blaricum. Van Nispen tot Sevenaer was van 1913 tot 1922 burgemeester van Blaricum en van 1909 tot februari 1943 ook burgemeester van Laren. Hij werd ontslagen, maar bleef actief in het verzet. Op 23 oktober 1944 werden wapens en munitie in zijn huis gevonden en moest Van Nispen tot Sevenaer tot de bevrijding onderduiken in Apeldoorn. Op 16 mei 1945 werd Van Nispen tot Sevenaer weer aangesteld als burgemeester van Laren.

De burgemeester wilde het karakter en het unieke karakter van de stad zo graag behouden dat hij ontwikkelaars niet toestond in de stad te bouwen. In 1912 installeerde hij de Welstandbepaling, en deze actie werd gevolgd door vele andere steden. Jarenlang was hij voorzitter van het plaatselijke Goois Natuurreservaat. 

Omdat hij weigerde samen te werken met de pro-nazi- NSB- regering, werd hij gedwongen met zijn gezin te vluchten. Op bevel van de Sicherheitspolizei probeerde de Nederlandse politie in een naburige stad, Hilversum, hem in de nacht van 8 op 9 februari 1943 te arresteren, maar hij had al veiligheid gevonden. Hij keerde in april terug en de Duitse autoriteiten plaatsten hem met gedwongen verlof. Op 29 mei van dat jaar werd hij officieel ontslagen en uit het district verbannen.  Hij verhuisde met zijn vrouw naar Garderen, Gelderland, waar hij zich bleef inzetten voor het verzet. Hij en zijn gezin herbergden piloten die "jumpers" (springers) werden genoemd en die door Britse speciale troepen naar Nederland waren gestuurd. Op 23 oktober 1944 vond er een inval plaats in hun huis, waarbij een kamer met munitie en wapens werd aangetroffen. De plaats werd tot de grond afgebrand.  Het gezin ontsnapte opnieuw. Het gezin vluchtte naar Apeldoorn , waar ze tot het einde van de oorlog ondergedoken bleven. Op 16 mei 1945 hervatte Van Nispen zijn burgemeesterschap. 

 Laren en Blaricum zijn bekende kunstenaarssteden. Van Nispen kocht regelmatig kunst aan en organiseerde exposities voor lokale kunstenaars. Hij was betrokken bij de oprichting van het Singer Museum en was erevoorzitter van de Singer Memorial Foundation. Veel kunstenaars, goochelaars en zangers droegen werken aan hem op. Toen hij vanwege zijn leeftijd gedwongen werd te vertrekken, werd ter afscheid een lied geschreven om zijn lange diensttijd te vieren.