Johannes Bus

Geb. datum 2-8-1890, overleden in Voorthuizen. Volgens overlijdensacte in Barneveld. 3-2-1945

2-3-1-19 Johannes Bus

 

Johannes Bus met echtgenote Johanna Van de Berg.

Geef ze een gezicht! Johannes (Jan) Bus (1890-1945)

 

Ernst Wortel heeft in 2005 een lijst samengesteld van personen uit de Larense bevolking die tijdens de bezetting zijn omgekomen. Met de lijst – overigens onvolledig – sluit het boek Schieten op de maan van Teun Koetsier en Elbert Roest af. 

Geef ze een Gezicht is een project van het Larense comité 4-5 mei.
Onder die naam beijvert een groepje Laarders –  onder wie  John Timmerman – zich om het leven en de omstandigheden van de dood van deze Laarders in kaart te brengen. Dit verhaal gaat over Johannes Bus en is tot stand gekomen met gegevens en foto’s van John Timmerman.

Tekst: Cees Meijer

Johannes Bus was 54 jaar toen hij omkwam ten gevolge van en vliegtuigbeschieting op 3 februari 1945 in Voorthuizen, dus maar een paar maanden voor de Bevrijding.
Hij was daar omdat hij deelnam aan een zogeheten voedsel- of hongertocht.

Johannes Bus (geb. 1890) was een geboren en getogen Laarder. Hij was getrouwd met Johanna van de Berg (geb.1896).
Hij verdiende de kost als opperman in de bouw.
Van het oudste kind in het gezin was Johannes niet de vader, het was de dochter van een onbekende vader. Johanna heeft daar nooit iets over losgelaten.
Samen kregen Johannes en Johanna acht kinderen: zes meisjes en twee jongens. Van deze acht kinderen zijn er nu nog twee in leven (september 2021), de oudste en de jongste. 

Het gezin woonde op het Klooster, het huis dat uitkeek op het voormalige café Heidezicht (in de volksmond café Puijk of Puk) en stond op de hoek met de Elleboogweg.
Vlakbij  de familie Bus, op de Elleboogweg , woonde Stef Calis die naar Duitsland was gestuurd door de SD.
Ook na onderzoek van John Timmerman – Stef Calis was een broer van zijn moeder – is de reden daarvoor onbekend. Stef is daar in 1943 omgekomen.
Aan de overzijde van de woning van Bus woonde de familie Jongerden van wie de zoon Lambertus Jongerden op 24 februari 1945 op 14-jarige leeftijd overleed; hij was getroffen door een granaatscherf waardoor een deel van zijn hoofd was weggeslagen.
Zowel Stef Calis als Lambertus Jongerden worden ook vermeld op de eerdergenoemde lijst.

 

Het gezin Bus na de oorlog. Staand vlnr: Greet (1929), Moeder van den Berg, Hennie (28-7-1928), Cor (1931). Zittend vlnr: Herman (1935), Jan (1934), Gerda (1943), Zus (1937) en Tonnie (1932). Tussen Greet en Cor was er nog een doodgeboren kindje.

Hennie vertelt 
Het oudste kind van Johannes Bus en zijn vrouw Johanna was Hennie, geboren op 28-7-1928. Zij woont nog steeds in Laren.
Hennie was gehuwd met Puf Langeveld, een zoon van de bekende schilder Frans Langeveld. Hennie herinnert zich dat vader Johannes vóór de oorlog in een uniform van de burgerwacht liep. Maar hij is in de meidagen van 1940 niet in het leger geweest.

Vader Bus begon te huilen toen hij hoorde dat de oorlog was uitgebroken.
Hennie ging zoals toen nog iedereen gewoon naar de lagere school bij de zusters.
Van de zusters kreeg haar vader het advies om het meisje naar de ULO te laten gaan. Aldus geschiedde. 

In de oorlog moest Hennie regelmatig boeren bezoeken in Eemnes en Eemdijk om wat eten te vergaren om de vele monden van het gezin Bus te vullen. Zo kreeg zij vaak karnemelk mee, waarvan ze eerst een deel zelf opdronk. Dit ging nog zonder ruilobjecten.
Verder bezat vader Bus gelukkig een grote volkstuin waar veel eten uit kwam. Op de bon kreeg je een half brood in de week per persoon.

Hennie heeft meerdere voedseltochten ondernomen. Zij was het enige kind, als oudste van het stel, die dit deed. De eerste keer was zij met haar tantes op zoektocht geweest. Zij zijn toen tot in Twente gekomen.
Hennie is ook met haar vader enkele malen op hongertocht geweest. Haar vader en zij sliepen dan wel eens in hooibergen. Dan kwamen ze thuis met een trui van vader helemaal onder de luis. Moeder Bus gooide deze zelfgebreide dan direct in de kachel.
Om voedsel te halen liep je zo’n vier dagen heen en terug vijf dagen omdat je bepakt was.

 

Links: Hennie en 2e zusje (rechts).

Op 14 september 2021 hebben Ben Calis en John Timmerman met Hennie Bus (links) en Bets Kaarsgaren gesproken in Johannes Hove in Laren. Zij zijn 93 jaar oud. Dit gesprek is opgenomen op een geluidsdrager en ook in beeld op een iPad.

Hongerwinter
In de hongerwinter 1944-1945 werd de voedselvoorraad nijpend. Veel inwoners van West-Nederland trokken naar de boeren in het oosten en noorden van het land. Tienduizenden zijn de IJsselbrug bij Zwolle overgestoken om eten te bemachtigen. Tienduizenden gingen op stap met fietsen, handkarren, kinderwagens en bakfietsen.

De mensen hadden het beetje geld dat ze hadden bij zich, maar vooral zaken als textiel, zilveren bestek en gouden sieraden waren gewilde ruilobjecten voor voedsel.
Veel boeren gaven onderdak aan de ‘hongertrekkers’. Behalve honger en kou konden zij ook te maken krijgen met beschietingen vanuit vliegtuigen. De mensen konden dan beschutting zoeken in zogenaamde mansgaten die langs de weg waren gegraven. 

De fatale voedselzoektocht
Begin februari vertrokken Hennie en haar vader Johannes Bus uit Laren voor wat de laatste voedseltocht van Hennie zou worden. In hun gezelschap was ook Bart Kaarsgaren van de Smeekweg met zijn dochter Bets Kaarsgaren.
Hennie en de tweelingzussen Bets en Wil Kaarsgaren hebben hun herinneringen aan deze fatale voedseltocht verteld. Johannes Bus en Hennie hadden een handkar met klep mee van bakker Van Breemen. Ook de Kaarsgarens hadden een klein handkarretje bij zich.
Het groepje Laarders ging te voet. Vader Bus had voor ruilobjecten gezorgd zoals babykleertjes, een horloge en lakens. Voor de grap opende Kaarsgaren onderweg wel eens de klep van de bakkerskar en vroeg wat de mensen wilden hebben.
Tijdens deze voedselzoektocht in de hongerwinter passeerde ter hoogte van Voorthuizen een lange colonne Duitse vrachtwagens de mensen die naar het oosten liepen.

Plots bestookten meerdere geallieerde vliegtuigen de Duitse colonne. Iedereen dook de ‘mansgaten’ naast de weg in. De twee meisjes samen in één gat en de mannen ieder in een eigen gat. De meisjes moesten hun handen voor hun oren houden van vader Kaarsgaren. Tijdens deze beschietingen werd Johannes Bus dodelijk getroffen.

Hennie kon zich niet herinneren of het op de heen- of terugweg was. Dat is een zwart gat in haar geheugen geworden. Maar het gebeurde op de heenweg. Tijdens en na de aanval was het een chaos, een enorm lawaai en de lucht kleurde oranje van de ontploffingen.

Bij de meisjes in de kuil sprong op het laatste moment ook nog een fietser. Na afloop mochten de meisjes niet meer in de kuil bij vader Bus kijken van vader Kaarsgaren.
Zij werden achter op fietsen naar een boer gebracht, waar zij de nacht doorbrachten boven de koeien. Vader Kaarsgaren moest bij de dodelijk getroffen Bus blijven. In de nacht waren er ook bombardementen te horen.

De volgende dag moesten zij naar huis lopen en kwamen klets­nat thuis. Vader Kaarsgaren moest het gezin Bus gaan vertellen wat er gebeurd was.
Volgens Wil Kaarsgaren is haar vader naar de pastoor gegaan die het bij Bus moest gaan vertellen. Nog later kwam de kist met het stoffelijk overschot in Laren.
Alleen de pink was nog intact en hieraan bevond zich de trouwring. De ring is eraf gehaald, maar waar deze trouwring gebleven is weet Hennie niet meer.

Na de oorlog
Het grote gezin Bus moest verder zonder en kostwinner, en had het erg arm.
Gelukkig was er een grote groentetuin. Moeder had door de grote schare kinderen weinig tijd om een werkhuisje te hebben.
Hennie werkte in Hilversum en moest natuurlijk haar salaris inleveren.
Verder ontving moeder Bus ‘steun’ (17 gulden per week) en soms werd er iets toegestopt door de kerk. Bart Kaarsgaren (metselaar van beroep) en zijn dochter Bets waren getraumatiseerd en hebben nog maanden medicijnen gekregen van de huisarts.

Tot slot
Wie nog informatie heeft over overleden Laarders tijdens de Tweede Wereldoorlog kan contact opnemen met John Timmerman (timmermanjs@gmail.com) of het 4-5 mei comité (4en5meicomite@laren.nl).

 

Bron: Historische Kring Laren