3-2-4-5 JOHANNES (JAN) ANTONIUS ZWANIKKEN
Ruim 20 jaar heeft Jan Zwanikken zich ingezet voor de Larense parochiegemeenschap als koster en als beheerder van het St. Janskerkhof. Ook was hij erebroeder van de broederschap St. Jan, de organisator van de jaarlijkse St. Jansprocessie.
JAN ZWANIKKEN NEEMT AFSCHEID ALS BERHEERDER VAN SINT JANSKERKHOF
2 apr.- In de bloemen gezet door o.a. de begrafenisondernemers van Vuure en Dekker, heeft de 81-jarige mijnheer Jan Zwanikken van het Mauvezand afscheid genomen als beheerder en coördinator van het Sint Janskerkhof.
Ruim twintig jaar heeft Jan Zwanikken zich belangeloos ingezet voor de Larense parochiegemeenschap en voor zijn werkzaamheden voor de begraafplaats in het bijzonder.
Voor zijn inspanningen is dhr. Zwanikken al eerder geëerd met de pauselijke onderscheiding ' Pro ecclesia et pontifice'.
Ondanks zijn hoge leeftijd is Jan Zwanikken nog steeds een van de kosters in de Sint Jansbailiek en erebroeder van de broederschap van Sint Jan, de organisatoren van de jaarlijkse Sint Jansprocessie.
" Ik ben dankbaar dat ik iets voor andere mensen heb kunnen en mogen doen", zegt dhr, Zwanikken bescheiden. Toch neemt hij met weemoed afscheid.
" Die eerste boeken overdragen vond ik wel erg, want ik heb het altijd met hart en ziel gedaan, maar het wordt toch wel eens tijd dat ik met mijn vrouw ook eens een dagje eruit ga. Het is er al die jaren niet van gekomen."
Dhr. Jongerden wordt nu de nieuwe beheerder van het aloude Sint Janskerkhof.
Klepel 490 april – mei 2016
In dankbare herinnering
Johannes (Jan) Antonius Zwanikken
14 augustus 1925 Laren NH 29 februari 2016
Het !even van Jan Zwanikken is een indrukwekkend getuigenis geworden.
Geboren als boerenzoon werd zijn jeugd overschaduwd door de scheiding van zijn ouders die hem tot op hoge leeftijd zou blijven achtervolgen: een kind van gescheiden ouders kon geen misdienaar zijn.
Bovendien werd hij door eenieder met de nek aangekeken.
Omdat hij het “thuis niet kon houden” ging hij als vrijwilliger naar Indië.
Hij had net een oorlog achter de rug, met het vele menselijke leed waar hij een gevoelig oog voor had. Indië was zo traumatisch dat hij decennia lang geen Kerst kon vieren: hij was er dan letterlijk ziek van.
Het liet diepe sporen na en uitte zich in een zekere norse rechtlijnigheid.
Zijn woord was wet en verdroeg geen tegenspraak.
De omslag begon toen bij zijn afscheid van Philips zijn collega’s warme en welgemeende woorden van waardering uitspraken en vastlegden in een herinneringsboek.
Met name zijn vastberaden inzet voor rechtvaardig loon en voor het sociaal werk oogstte lof.
Hoe bescheiden hij ook was, daar kon hij niet omheen. En dat deed hem goed.
Hij raakte in zijn element als beheerder van het St. Janskerkhof waarvan hij na jaren speurwerk de administratie weer op orde kreeg. Maar meer nog door wat hij daarmee voor mensen kon betekenen. Niet in het minst door talloze diep persoonlijke verhalen te aanhoren die hij nu meeneemt in zijn eigen graf.
Hij vond het heerlijk om koster te zijn en zei nooit nee.
Hij stond jarenlang garant voor het wekelijks aanbiddingsuur, waarbij hij enkele keren Ons Heer, bij gebrek aan een priester, op het altaar mocht plaatsen.
Hij, de steen die door de bouwlieden was afgekeurd.
Tussen de bedrijven door chauffeerde hij vele mensen van hot naar her.
Geen hulpvraag bleef onbeantwoord. Hij kon dat alleen met de hartelijke steun van ma, die, met haar bloemstukjes en potjes jam, met hetzelfde sop overgoten was.
Wat een genot om pa te zien uitgroeien tot een hartelijke en gezellige opa en helemaal toen zijn zwijgzaamheid plaats maakte voor het vertellen van eindeloze verhalen. Vaak dezelfde, maar ze bleven boeien.
Zijn stugheid maakte plaats voor warme openheid en grote mildheid.
Geen groter vreugde voor pa en ma dan dat hun kinderen en kleinkinderen samen bleven eten.
Het stelde pa in staat zijn kersttrauma achter zich te laten. Telkens opnieuw uitte hij zijn diepe genegenheid en dankbaarheid, alsof hij iets had in te halen.
Dankbaarheid en overgave zijn ook kenmerkend voor het laatste deel van zijn leven, tegenover zijn kinderen en tegenover God.
‘Gaan we naar de Mis?’ was het eerste dat hij vroeg als wij hem kwamen halen.
Wij zijn God dankbaar voor zo’n fantastische vader, opa en overgrootvader.
Fam. Zwanikken