Frits van Kessel

1891-1965

Graf 2-1-2-039	Arnold van Kessel Margaretha (Maria, Marretje) van Kessel (de Jong) Maria (Ria/Mar) van Kessel (van Rees Vellinga) Sjoerd van Rees Vellinga	1853-1929 1859-1923 1930-2013 1922-2015
Graf 2-1-1-005	Frederik (Frits) van Kessel Anna van Kessel (de Jong) Willy van Kessel Theresia (Trees) van Kessel	1891-1965 1899-1986 1931-1931 1928-2004

 

 

Frits, Trees, Anna, Ria, Arnold 

 

Marretje de Jong, Arnold van Kessel

Arnold van Kessel

Arnold werd geboren in Scherpenzeel en trouwde in 1887 met Marretje de Jong uit Bussum. Het plan was om op zijn trouwdag met de stoomtrein van Scherpenzeel naar Bussum te komen, een hele reis in die tijd. Hij was echter nerveus en het aankleden duurde te lang. Daardoor miste hij de trein. Hij ging snel naar een stalhouderij en met een rijtuig kwam hij in Bussum op tijd voor zijn huwelijk aan.
Nu hun huwelijk ging het echtpaar in Laren wonen, waar Arnold rond 1889 de villa aan de Brink, nummer 19, liet bouwen. (voor Fl. 3000,-). Het pand kreeg een heel grote serre aan de Brinkkant, zodat men een goed uitzicht had op de hoge oude iepen, maar ook op de bedrijvigheid van het hoofdstation van de Gooische Moordenaar, vlak voor de deur. In die tijd hadden veel villa’s zo’n grote serre aan de straatkant. De Laarders noemden dat spoedig “vogelkooitjes”.
De achtervleugel met ingang aan de Kerklaan werd rond 1920 aangebouwd.
De iepen werden allemaal ziek en gekapt. De kale vlakte was een wond in hartje Laren. Het heeft vele jaren geduurd voordat de Brink met de nieuwe aanplantingen weer mooi waard werd.

Arnold was in goeden doen als wolfabrikant. Na zijn huwelijk hoefde hij niet meer te werken, omdat hij een rijke vrouw had getrouwd. Hij deed als kerkmeester goed werk.

In 1912 kwam Pastoor Hendriks in Laren. Onder zijn pastoraat veranderde er veel in het dorpsbeeld. Het oude kerkje, de Waterstaatskerk, zou plaats gaan maken voor de grote kerk met zijn twee majestueuze torens. Pastoor Hendriks ging huis-aan- huis geld inzamelen voor het tot stand komen van de R.K. Jongensschool “St. Aloysius”, de katholieke leeszaal, het verbouwde zusterhuis aan de Brink en het in 1922 in gebruik genomen St. Jans-ziekenhuis. Arnold was bij al deze bouwsels heel nauw betrokken als bestuurslid, evenals bij de bouw van de Sint-Jansbasiliek.

 

Arnold van Kessel, 2^e van rechts

Marretje overleed in 1923 en daarmee verdween de vrouwelijke verzorging uit huis. Luce Bus, zijn nicht, kwam zorgen voor Arnold. Arnold overleed plotseling in 1929, waarmee Brink 19 een verlaten pand was geworden.

Frits van Kessel
Frederik (Frits) werd in 1891 geboren als eerste zoon van Arnoldus van Kessel en Marretje de Jong.
Hij was een goede leerling en werd op 12-jarige leeftijd naar een pensionaat in Roermond gestuurd, een handelsschool.

Frits werd bankier en ging in 1915 werken bij een effectenkantoor in Amersfoort, maar bezocht heel regelmatig Laren. In Laren had hij een klein kantoor. In 1922 startte hij in Utrecht een eigen kantoor als commissionair in effecten. Hij was, evenals zijn vader, ook kerkmeester. Na het overlijden van moeder Marretje kwam zoon Frits vaak naar Brink 19.

Anna de Jong
Anna werd geboren in 1899 in Bussum aan de Brinklaan, naast de pastorie van de St. Vituskerk, als dochter van de gemeente arts. Ze ging naar de nonnetjes in Mariënburg in Bussum en naar het pensionaat in Vught. Ze hielp haar vader in de dokterspraktijk en bij de apotheek aan huis. Verder ging ze met haar vader de scholen langs om de kinderen te ontvlooien en gaf catechismus-les.

Toen haar vader met pensioen ging in 1925, verhuisde Anna met haar ouders naar Soest.

Frits en Anna
Frits en Anna werden gekoppeld en zijn in 1927 getrouwd. Ter gelegenheid van hun huwelijk schonk Frits de drie onderste glas-in-lood ramen bij het Maria-altaar in de Sint Jans basiliek.

In 1928 werd de oudste dochter geboren, Theresia.

In 1929 werd Brink 19 verbouwd tot woonhuis met kantoor. Frits en Anna gingen met hun dochter nu in Laren wonen.  In 1930 werd Maria (Ria/Mar) geboren. In 1931 was Anna zwanger van een tweeling: Arnold en Willy. Arnold is vernoemd naar zijn opa. Willy’s geboorte was moeilijk en helaas overleed Willy na een paar dagen.

Zondagochtend werd -na de mis- vaak doorgebracht met het bijwerken van grote boeken over de diverse financiën die hij beheerde voor o.a. scholen. Daarna ging het gezin wandelen naar de Watertoren of andere plekken in Laren. Hobby’s van Frits waren tuinieren, vooral zijn lievelingsbloem de dahlia, en kruiswoordpuzzels.

Links: Opa Arnold van Kessel

De kinderen groeiden in harmonie op. Eén van de hoogtepunten van het jaar was de Sint Jansprocessie. Vader Frits liep als kerkmeester ergens vooraan, Trees en Ria vonden het een hele eer dat ze bruidjes mochten zijn. Trees werd edelsmid en maakte veel kerkwerk. Het kruis dat voorop in de processie wordt gedragen, is van haar hand. Later werd Trees verpleegkundige en trouwde met Willem Nievaard. Ria werd kleuterleidster en trouwde met Sjoerd van Rees Vellinga.

Als zoon in een katholiek gezin werd Arnold misdienaar, ging naar het seminarie in Vught en studeerde in Canada bij de Witte Paters. Toch lag zijn hart niet bij het dienen van de kerk. Hij ging werken in de bankwereld net als zijn vader. Hij trouwde met Truus Overwater. Beiden liggen begraven in Bussum. Arnold was een goed verhalenverteller en heeft veel verhalen aangeleverd aan de Historische Kring Laren voor het kwartaalblad.

Het gezin had een nauwe band met Toon en Lena de Jong. Zij woonden tegenover Brink 19 in het pand Huize “Werk en Rust”. Toon de Jong vervaardigde etsen, schetsen en tekeningen (vooral landschappen en portretten) en was “wereldberoemd” in Laren. Toon en Lena waren kinderloos en beschouwden de kinderen Van Kessel een beetje als hun kinderen. Ze bezochten graag het schilderachtige pand met gezellige huiselijke sfeer en zelfgemaakte koekjes.

In 1956 verkocht het gezin het huis. Later kwam kunstenaar Pépé Gregoire hier wonen.